• weekblad ’t Carillon 6 januari 2021

    |

natuurcolumn: Mol

Er is een mol in de tuin, hoera! We hebben een magisch beestje erbij. Hoe vaak in je leven heb jij een mol boven de grond gezien? Ik één keer en als ik eraan terugdenk word ik meteen weer enthousiast. Afgelopen zomer fietsten we door de Biesbosch en plots koprolde er een donker vachtje voor mijn wiel uit over het fietspad. Stom genoeg vergat ik een foto te maken en terwijl we het beestje naar de berm dirigeerden – om overrijden te voorkomen – viel het ons op dat de muis, waarvoor we de babymol aanzagen, geen staartje had. Daarbij rennen muisjes en deze hobbelde en rolde. Later dacht ik aan een passage uit het boek ‘Weideland, een jaar uit het leven van een Engels veld’ van John Lewis-Stempel. Hierin beschrijft hij hoe hij in de nacht een mollenjong tegenkomt dat door moeder het huis uit is gezet en bovengronds op zoek moet gaan naar een nieuwe woonplek. Toen ik op internet naar plaatjes zocht, wist ik het zeker: we hadden een babymol gezien. Met deze gevaarlijke start van een solitair bestaan eindigen velen als een mol voor de kat. Of hond, of roofvogel. Maar de mol in onze tuin heeft het dus gered en legt nu een gangenstelsel aan met slaap-, nest- en voorraadkamers. Is het gangenstelsel af dan zie je geen nieuwe molshopen meer komen en keert de rust bovengronds terug. Wat je dus vooral niet moet doen is de molshoop plat stampen waardoor de gangen instorten, de mol schade gaat herstellen en – je raadt het al – er opnieuw molshopen verschijnen. Beter is het om de aarde lichtjes te verspreiden en je ziet er al gauw niets meer van.
Ik ben blij met mijn ondergrondse tuinman, in tegenstelling tot sommige andere grondbewoners als de woelmuis eet de mol niet van de boom- en plantenwortels. En al eet de mol het liefst regenwormen, er staat nog iets op zijn menu waar ik blij mee ben. Naaktslakken. Ooit riep ik dat ieder dier welkom is in de tuin. Maar toen ik op één avond achtennegentig slakken telde was ik toch minder blij. Zonnebloemen, spinazie, lupine en hele kroppen sla gingen eraan. Maar denkend aan de geweldige film ‘The Biggest Little Farm’ wist ik dat de oplossing nabij was. En dat ik geduld moest hebben. Eerder dit jaar scharrelde er al een egel – ook zo’n slakkensnoeperd – door de tuin nadat het hekwerk tussen ons en de buren verwijderd was. En nu krijgen we ook nog hulp van de mol. En weet je wat die kan? In stereo ruiken, zoals wij horen, om een slak goed te kunnen lokaliseren. Welkom mol, graaf gerust je gangen en eet smakelijk.

35 Mol (3) 35 Mol (2)