natuurcolumn: Koninginnedag
Vandaag is het Koninginnedag! In het hart van de grootste zonnebloem in onze tuin zit een majesteit te smullen van haar honingontbijt. Ze is groot, behaard en heeft vleugels die fonkelen van nieuwigheid. Als betoverd blijf ik staan kijken, het stemmetje in mijn hoofd negerend dat roept: ‘Pak je camera, pak je camera.’ Later op de ochtend, wanneer ik wel mijn camera op zak heb, zie ik een tweede koningin die een stuk kleiner is op dezelfde zonnebloem zitten. Het is een aardhommelkoningin.
In mijn Minigids Bijen & Hommels lees ik dat ze net uit het ei gekomen is, net als de mannen die ze spoedig zal ontmoeten. Uiteraard mannen uit een ander nest, dat is beter voor het nageslacht. De hoop dat ik dit ga zien wordt me snel ontnomen als ik in Een verhaal met een angel van Dave Goulson lees dat het hem nooit is gelukt om hiervan getuige te zijn. (Voor wie Goulson niet kent, hij is een beroemde hommelprofessor die uren in het veld doorbracht met hommels en daarnaast vele boeken op zijn naam heeft staan die je superenthousiast maken voor deze wezens, als je dat al niet was.) Maar gelukkig beschrijft hij wel wat een onderzoeker waarnam die de bevruchting van aardhommels onderzocht in het lab: Niet het jongste of het grootste mannetje had het meest succes bij de koningin, maar diegene met de grootste voor- en achterpootjes. Meneer verwent ‘de onderste regionen’ van hare hoogheid namelijk eerst uitgebreid met die pootjes voordat hij haar bevrucht. De paring zelf duurt een halfuur. Je zou verwachten dat wie zo uitblinkt tijdens het voorspel heel wat in petto heeft tijdens zo’n halfuur, maar helaas voor mevrouw majesteit is dat niet het geval. Want zodra hij zijn endofallus inbrengt, gaat meneer achterover liggen met zijn armpjes voor zijn borst gevouwen en loost hij zijn sperma al in de eerste twee minuten. De rest van het halfuur heeft hij nodig om haar ‘dicht te lijmen’ zodat ze niet nog eens paart met een ander. En het leek nog wel zo’n echte heer. Over heren gesproken, een leuk weetje uit Terra insecta van Anne Sverdrup-Thygeson: Van de oude Grieken tot aan Shakespeare dachten deze mannen destijds dat bijen (hommels behoren ook tot de bijen) aangestuurd werden door een koning. De leider was immers uitgerust met een angel als wapen. En al die harde werkers dan, dat konden toch onmogelijk vrouwen zijn? Tja de realiteit is toch echt dat de nuttelozen in het nest, die niet eens voor hun eigen eten kunnen zorgen, mannen zijn. Helemaal nutteloos zijn ze overigens niet. De aardhommelman wordt eind van de zomer geboren met als enige doel het bevruchten van een koningin, om in de herfst tijdens het eerste koude momentje te sterven. Tja, deze mannen denken levenslang echt maar aan een ding.