Ilse vandenbussche

schrijft

Spring naar inhoud
  • titelpagina
  • natuurcolumns
  • uitgegeven
  • ilse
  • contact
  • agenda
  • samenspel

natuurcolumn

IJsengel
Er was eens een ijsengel. Het was op zo’n stralende vrieskoude herfstochtend dat ik haar zag en het toeval wilde dat ze vanuit de hemel in onze tuin was neergestreken. Op de gammele tuinstoel in plaats van het erepodium dat ze verdient. Maar zij, al 320 miljoen jaar de ongeëvenaarde kampioen van het luchtruim, maalde niet om zulke materie.
Al wat ze nodig had was een plekje om te rusten, in de zon. Even alle spieren ontspannen die haar vier vleugels afzonderlijk aansturen. Zij kan vanaf stilstand, in de lucht, er met vijftig kilometer per uur vandoor gaan. Stukje omhoog, iets naar links of toch nog snel achteruit? Geen probleem. Met vleugels van nog geen tien centimeter spanwijdte bereikt ze zelfs open zee. Wist je trouwens dat libellen de beste jagers ter wereld zijn? Met gemak streven ze de witte haaien voorbij in de top tien van effectieve roofdieren. Wat wil je, 95 procent van haar aanvallen slaagt, terwijl de witte haai de helft van de keren mis hapt. Als je zo’n topper bent, mag je best even genieten in onze tuin. En als je daar zo zit met het najaarszonnetje op je snoet, ik ken het fenomeen, dan doezel je voor je er erg in hebt weg.
Toen ze wakker werd, verdween de zon net achter de boom. Ze schrok. Probeerde haar koude vleugels te verroeren, maar hoe hard ze haar best ook deed, ze kreeg er geen beweging meer in. Verlamd keek ze toe hoe langzaam het vocht optrok uit de grond, via de grassprieten omhoog kroop, en de tuin bedekte met een nevelsluier. Tegen de tijd dat de zon en de maan van plek waren gewisseld, glinsterden er wel honderd druppeltjes op de libel. Hoe hoger de maan aan de hemel klom, hoe kouder het werd. En toen de maan geeuwde veranderde ze met haar adem alle nevel onder zich in ijskristallen, alsof het diamanten waren.
’s Ochtends kwam ik buiten en bewonderde de juwelen die onder de opkomende zon stuk voor stuk vloeibaar werden. Druppels lagen als een vergrootglas op het hoofd van onze libel en ik ving een glimp op van de 60.000 oogjes die ze rijk was. En terwijl de zon alle diamanten in de tuin liet verdampen, steeg de ijsengel met hen op, terug naar de hemel, en leefde nog lang en gelukkig.

7 ijsengel (2)

afbeelding: omslag STRAALSTAART | grafisch ontwerp: Evelien van Breemen – BlikVorm | illustratie: Fransien Bal – Fabuleux | website: Melanie van Oers - DOEN! Webontwerp & grafisch ontwerp

©